Sinds mei is het aantal inwoners van Poolse afkomst in Nederland groter dan het aantal Antillianen, maar de rijksoverheid heeft geen overlegpartner, hetgeen bij Caribische Nederlanders wel het geval is. Coördinatie en overleg is in ieder geval dringend nodig over de situatie van Poolse kinderen, die vaak schokkend slecht is.
Op 13 juni rapporteerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBC) dat Nederland 150 duizend inwoners van Poolse afkomst heeft. Dat aantal nam volgens het CBS gestaag toe sinds 1996, maar maakte een groeispurt door na 2004 (het toetreden van Polen tot de Europese Unie). Deze Nederlandse situatie is niet uniek. Jakub Kupka berichtte in het Engelse dagblad The Guardian op 25 augustus dat Polen de grootste groep inwoners was geworden die buiten het Verenigd Koninkrijk is geboren (en daarmee de groep die in India werd geboren en in het Verenigd Koninkrijk woont passeerde). Het Polish Migration Forum is recent begonnen met het ondersteunen van families die door migratie zijn opgesplitst en zij begonnen een website (in het Pools) voor ouders die hun kind achterlieten in Polen (www.rodzicebezgranic.pl) en ook een website voor kinderen die achtergelaten werden in Polen (www.wyjechali.pl). Uitbreiden van de activiteiten van het Polish Migration Forum zou geen overbodige luxe zijn, want er zijn veel herstelwerk te doen. Het VN Comité voor de Rechten van het Kind dat in oktober 2015 met een delegatie van de Poolse overheid in gesprek was over de toepassing van het Internationaal Verdrag van de rechten van het Kind (IVRK) moedigde de Poolse regering aan een groot onderzoek op te zetten naar de situatie wat er gebeurt als ouders migreren om elders te gaan werken. En op grond daarvan beleid en hulpverlening op te zetten (zie VN document van 30 oktober 2015 CRC/C/POL/CO/3-4). Ook moedigde het Comité de Poolse regering aan “een strategie te vinden om ouders te helpen werk in Polen te vinden zodat ze bij hun kinderen kunnen blijven”. Dat is aardig bedacht, maar pas als de economische situatie van Polen verbetert, zal zo’n strategie ook beter uitvoerbaar zijn. Ondertussen moeten we rekening houden dat meer Polen hier komen en velen nog jarenlang zullen blijven of zelfs voor altijd hier wortel zullen schieten. Daarbij komt dat de ouder die in Nederland is gaan werken, vaak zijn of daar toevlucht genomen heeft tot de alcohol, hetgeen weer de Nederlandse verslavingszorginstellingen confronteert met cliënten die geen of nauwelijks Nederlands kennen en waardoor een behandeling niet echt uitvoerbaar is. In internationale kinderbeschermingszaken wordt in toenemende mate, op grond van het Haags Kinderbeschermingsverdrag van 1996 (zie: www.hcch.net/dutch), maar ook Europese regelgevingen en met name de Verordening nr. 2201 uit 2003 van de Raad van de Europese Unie m.b.t. de bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en ouderlijke verantwoordelijkheid (bekend geworden als de Verordening Brussel II bis) steeds vaker gewerkt via de Centrale Autoriteit (in Nederland gevestigd bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie in Den Haag). Zaken als ouderlijk verantwoordelijkheid, voogdij en welk recht van toepassing is, zijn in ieder geval te regelen.
Volgens het CBS zijn er in Den Haag bijna 12 duizend Poolse inwoners. In Zoetermeer is een dependance gevestigd van de Poolse GGZ instelling met de Hollandse naam GGZ Keizersgracht (die zoals de naam zegt in Amsterdam een hoofdvestiging heeft). In Den Haag is een instelling (IDHEM) die migranten uit Midden- en Oost Europa ondersteunt met integreren. Zo zijn er in Brabant, Noord-Limburg, de kop van Noord-Holland, en het Westland vergelijkbare lokale initiatieven (zoals de Stichting KREDA in Lisse en het Informatiepunt Polen in Hillegom). In Utrecht heeft de Poolse organisatie Barka (die wel in meer landen actief is) een kantoortje waar een Poolse psychologe werkt en die soms ook bijspringt bij ernstige problemen in andere regio’s en soms assisteert met plaatsen van psychiatrische patiënten in Poolse instellingen (waarvan behandeling hier nauwelijks mogelijk is vanwege de taalproblemen). In Utrecht is ook de Stichting Lize (het kennis- en informatiecentrum over Europese migranten) en Allemaal uiterst belangrijk werk, maar het de verschillende locale initiatieven hebben niet veel contact met elkaar en het zijn allemaal druppels op de gloeiende plaat is, zo ernstig is de problematiek. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in eerste instantie een verkennend kwalitatief onderzoek laten verrichten door het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) naar de aard van de problemen. De onderzoeksvraag was in feite: welke problemen doen zich voor? Het Ministerie heeft nog meer veldwerk gedaan. Zie hiervoor: www.scp.nl
Ondanks dat we dus wel kunnen weten dat de situatie van deze kinderen verre van rooskleurig is kijken we als Nederlanders te vaak weg bij de problemen van Poolse kinderen. Hun ouders werken soms van zes uur ’s ochtends tot zes uur ’s avonds en er zijn veel ouders die totaal afhankelijk zijn van de (louche) werkgevers hier en hun kinderen ook niet kunnen vertellen wanneer ze werk naar huis komen (en dan maar doorwerken). Ondertussen zitten de kinderen voor de televisie of de computer. Als ouders een e-mail krijgen van school (bijvoorbeeld dat hun zoon of dochter al een maand niet op school is) dan kunnen ze het Nederlands niet lezen. De lange werktijden vallen niet te combineren met het leren van Nederlands en veel werkgevers die Polen uitbuiten, staan hun werknemers ook niet toe tijd te investeren in Nederlands en de ouders kunnen de lessen ook niet betalen (of als het gratis is, zijn die vaak onder werktijd en daarvoor krijgen ze geen toestemming). De Stichting FAIR Work uit Amsterdam werkt aan deze problematiek. Na de recente gebeurtenissen in Turkije en de naweeën hier, weet heel Nederland nu onderhand dat er speciale scholen zijn waar leerlingen van Turkse afkomst naar toe gaan. Leerlingen die uit Polen afkomstig zijn kunnen niet naar scholen met speciale aandacht voor de taalproblemen en de leerlingen kunnen zich een lange tijd niet goed verstaanbaar maken. Onderwijsassistenten die Pools spreken zou al veel helpen, maar die ontbreken. Er is een Stichting die onderwijsnieuwkomers helpt (zie: www.lowan.nl) maar met meer middelen meer zou kunnen doen. Poolse kinderen gaan gewoon naar de Nederlandse scholen. In het weekend kunnen ze terecht bij 18 Poolse scholen in het land voor aanvullend onderwijs in het Pools en wat belangrijk voor hun is contact met andere kinderen uit de buurt. Wel is er de SPK, de Poolse school in Nederland die volgens het officiële Poolse curriculum en met een hoogopgeleide staf lessen aanbiedt. De school bestaat al 20 jaar en is Grażyna Gramza, leidinggevende van de school, ondertussen gegroeid van een klein schooltje alleen voor de kinderen van de Poolse diplomaten tot de echte onderwijsinstelling voor alle soorten migrantenleerlingen. Sinds januari 2008 huurt de school moderne lokalen van het Hofstad Lyceum in Den Haag. Maar veel ouders kunnen slechts dromen voor hun kinderen van zo’n onderwijssituatie.
Als de ouders al wel een beetje Nederlands spreken is de drempel naar Nederlandse hulpverleners groot, terwijl ze bij een Poolse psycholoog of psychiater zich beter begrepen voelen. Soms is echter de bemoeienis van Nederlandse instanties zoals Veilig Thuis of Bureau Jeugdzorg onvermijdelijk als er sprake is van huiselijk geweld, kindermishandeling of seksueel misbruik. Maar met ouders werken die geen Nederlands verstaan is bijna onmogelijk. Helaas is dit geen uitzondering. Alcoholproblematiek maakt de situatie nog zwaarder. Kortom, we hebben te vaak weggekeken als Nederlanders van problematiek van kwetsbare Poolse kinderen in Nederland en/of de problemen met het contact met kinderen in Polen van Poolse werknemers in Nederland. Er is een dringende noodzaak voor coördinatie en overleg (ook met Nederlandse en Poolse instanties zoals de Poolse kinderombudsman) en meer ondersteuning van de Nederlandse en Poolse overheid en gemeentelijke overheden in Nederland. Het wordt tijd dat iedereen de handen ineen slaat om een immens probleem niet verder te laten oplopen.
Om dit aan te zwengelen schreef ik op 5 oktober 2016 een stuk in de NRC (Die goedkope verbouwing verscheurt Poolse gezinnen – NRC –https://www.nrc.nl) en het leidde tot een lawine van reacties. Daarom heb ik het initiatief genomen om alle instanties die met dit probleem te maken heeft om de tafel te krijgen. Dat is gelukt en op 6 december is er een vergadering waar her Humanity House in den haag ons gastvrijheid biedt om te kijken of niet eindelijk de handen ineen geslagen kunnen worden.