gepubliceerd op 13 augustus 2016, op de opiniepagina van Trouw. Illustratie: Len Munnik – www.munnik.nl
In een kort geding probeerde Yuri van Gelder gisteren tevergeefs af te dwingen dat hij terug naar Rio mag om aan de toestelfinale mee te doen. Vanuit verslavingspsychologisch perspectief zijn bij deze treurige kwestie van zijn schorsing een paar kanttekeningen te plaatsen.
Uit de berichten is gebleken dat de 33-jarige Brabander (die ik niet ken en nooit onderzocht heb) in 2009 al een keer geschorst was voor cocaïnegebruik en dat hij alcohol gebruikte. Dat betekent dat betrokkene verslavingsgevoelig is. Wat er precies gebeurd is, is nog niet helemaal duidelijk. Uit andere krantenberichten vernam ik dat Yuri nadat hij zich geplaatst had voor de finale geïnterviewd werd in ‘Studio Olympic Park’ en daarna per taxi teruggebracht werd naar het olympisch dorp en toen in het Holland House terechtkwam. Weer andere berichten melden dat hij pas in de vroege ochtend terugkeerde (onder de invloed van alcohol) na nachtclubbezoek.
Risico op terugval
Allereerst dient opgemerkt te worden dat Yuri van Gelder uiteraard verantwoordelijk is voor zijn eigen gedrag. Het Nederlands Olympisch Comité heeft echter de beslissing genomen iemand mee te nemen die, behalve keigoed in de ringen is, ook een geschiedenis heeft van middelengebruik. Zo iemand laat je op een heel gevoelig moment (net voor de finale, wanneer de stress enorm zal toenemen) niet alleen en zo iemand blijf je constant steunen. Het is immers bekend dat mensen met een geschiedenis van misbruik of afhankelijkheid onder stress geneigd zijn terug te vallen. Juist op zo’n moment moet je de maximale steun geven en die was kennelijk afwezig. Als er geen officiële begeleider was, was er vast wel een vrijwilliger te vinden die steeds met Yuri mee zou zijn gegaan om hem te behoeden voor terugval (een maatje van een zelfhelpgroep, zoals de AA). Bij recent onderzoek in het Verenigd Koninkrijk van de telefonische hulplijn ChildLine gaf 14 procent van de middelbare scholieren die voor een examen staan (een vergelijkbaar stressmoment met moeten presenteren in de olympische competitie) toe alcohol of drugs te hebben gebruikt om de angst en stress de kop in te drukken.
Het is juist de stress en het er niet goed mee om kunnen gaan die ertoe bijdraagt dat sommige mensen (die er gevoelig voor zijn) alcohol of drugs misbruiken of er afhankelijk van worden. Het lijkt wel alsof NOC-NSF niets van verslaving weet (en dan moeten ze snel bijgeschoold worden, zeker in het licht van de mogelijkheid dat sporters overgaan tot doping, waarbij er raakvlakken liggen met alcohol- en middelenafhankelijkheid).
Sponsor Heineken
Yuri van Gelder leert ons dat hij sterke armen heeft in de ringen, maar waarschijnlijk geen sterke benen als het gaat om de verleiding van alcohol, zeker als er stress is.
Maar er zijn naast Yuri van Gelder veel andere schuldigen. Degenen die Heineken sponsor lieten zijn van het NOC-NSF en zij die Heineken het Holland House lieten faciliteren. De bierbrouwer zelf is ook schuldig omdat die sport met bier wil laten associëren. Het vermengt twee zaken (sport en alcohol) die niet bij elkaar passen. Ook in sportkantines en langs de velden hoort geen bier. Het NOC heeft waarschijnlijk geen adequate begeleiding geboden op een cruciaal moment en een verslavingsgevoelig iemand aan zijn lot overgelaten onder stress.
En wij allen (thuis kijkend naar de tv met een biertje erbij, precies zoals de sponsor het graag wil) zijn er ook een beetje schuldig aan, want we vinden de sponsoring van het NOC-NSF door Heineken de gewoonste zaak van de wereld.