Interview met Philip Veerman door student school vd journalistiek Yme Sikkes
Het is een grote hit op het internet. Kinderen of gezinnen die hun eigen vlogs maken. Natuurlijk is dit op het eerste gezicht vrij onschuldig, maar men bedenkt zich vaak niet dat het de ontwikkeling van een kind behoorlijk in de weg kan zitten. Philip Veerman is gezondheidszorg psycholoog en is gepromoveerd op kinderrechten. Hoewel hij vindt dat er aandacht voor moet komen, wilt hij wel dat er wat nuance in komt.
Veerman wil niet meteen spreken van kinderarbeid. “Het hoeft geen probleem te zijn zolang het kind het zelf ook leuk vindt. Af en toe een vlog kan geen kwaad. Als het meer wordt dan dat kan het wel problematisch worden. Bijvoorbeeld als een kind allemaal contracten heeft met de speelgoed- of parfumindustrie waar ze zich aan moet houden. Dit gaat soms ten koste van school of slaap. Als het vloggen de ontwikkeling op die manier in de weg zit, dan krijgt het een beetje de kleur van kinderarbeid.”
Helemaal nieuw is dit ook niet. Misschien staat het nu gewoon in een andere context. “Het is vergelijkbaar met kinderen die op professioneel niveau viool of piano spelen. Die kinderen oefenen soms ook dag in dag uit door. Ze moeten nog wel kunnen spelen met andere kinderen, of leuke dingen kunnen doen.” Er is wel een verschil. Vaak is het zo dat kinderen die op die leeftijd al zo ver zijn met hun instrument, de rest van hun leven hun brood kunnen verdienen hiermee. Bij kindvloggen ligt dat wat anders. Als een kind namelijk niet meer “schattig” is, zullen de contracten ook snel stoppen. Het kind blijft dan met lege handen over.
Soms is het zo dat ouders de complete regie hebben. Volgens Veerman is de kans dan veel groter dat het problematisch wordt. Kinderen denken namelijk dat hun ouders het allemaal het beste weten. Daar zijn het ouders voor. “Het moet echt vanuit het kind komen, dan blijft het leuk. Als er ouders achterzitten dan gebeurt het sneller dat een kind bijvoorbeeld thuis moet blijven op vrijdagavond om vlogs op te nemen, zodat de ouders er rijker van worden. Dan gaat er iets mis. Een kind kan ook moeilijk inschatten wat het beste voor hem is. Vaak denken ze daar niet aan, maar eerder aan wat op dat moment het leukste is. Ouders horen er dan op toe te zien dat ze bijvoorbeeld toch naar school gaan.”
Het lijkt wel alsof de inspectie het kindvloggen nog niet helemaal heeft ontdekt. “De inspectie is nog maar net bezig zch in te werken in de materie. Dat hadden ze eerder kunnen doen. Nu lopen ze een beetje achter de feiten aan.” Gelukkig lijkt de inspectie zich meer aan te passen. Ze zijn er echter nog niet. “Het is natuurlijk lastig om te controleren. Het is vaak wel zo dat kinderen die heel intensief vloggen vaak vanzelf bekender worden. Misschien is het goed als ze daar dan eens langs gaan om een praatje te maken en om te kijken of alles wel volledig vrijwillig gebeurd. Het internet is een nieuw gebied wat alleen nog maar groter zal worden. Het is belangrijk dat de inspectie zich nu al inwerkt. Ook om zichzelf voor te bereiden op de toekomst.”