Voor het geval u het niet wist: 20 november is de internationale dag van de rechten van het kind, zoals die nu vaak genoemd wordt, maar officieel heet die dag (sinds de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in december 1954 een resolutie daartoe aannam) en Universal Children’s Day. Het zou een dag moeten worden waarop ieder jaar het welzijn van kinderen centraal zou komen te staan, was het idee achter de resolutie van 1954. Dat lukte 5 jaar later. Op 20 november 1959 werd op die dag de Verklaring van de Rechten van het Kind aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Dertig jaar later (20 november 1989) werd op diezelfde dag door de Algemene Vergadering het Internationale Verdrag van de Rechten van het Kind (IVRK) aangenomen. In 1990 trad het verdrag in werking. Thans zijn er 196 Verdragspartijen (Staten die het IVRK ratificeerden) en één die het tekende en nog niet ratificeerde (de Verenigde Staten).
Toen ik in Israel werkte en de Israëlische sectie van Defence for Children International leidde lobbyden we erg voor de eerste stap, dat het IVRK Verdrag getekend zou worden (de tweede stap was ratificeren, maar eerst moest de eerste stap genomen worden, niet eenvoudig was het die lobby). Maar toen de eerste stap gezet was in 1990 (het IVRK werd getekend door Israel op 3 juli 1990) organiseerde ik een feestelijke bijeenkomst in het Goethe Insituut die een klein zaaltje had in het chique Asia House in Tel Aviv (waar toen ook de Nederlandse Ambassade was). Ik was pas sinds 1988 in Israël en kende de locale situatie nog niet zo goed. Om publiciteit te trekken zochten we naar een bekende mediaster die een samenvatting van het net getekende Verdrag van de Rechten van het Kind zou voorlezen. We vonden die in de bekende zanger Yoram Gaon, die bekend was geworden van een rol van een Marokkaanse politieman in Jaffa in de musical en later de film Kazablan. Hij was ook bekend omdat hij liederen zong in Ladino. Een oud pupil van de Poolse pedagoog Janusz Korczak mondharmonicavirtuoos Smuel Gogol (die voor de ingang van het crematorium in Auschwitz had moeten spelen) kwam ook en hij kwam met 10 kinderen die ook mondharmonica speelden. Ze gingen op de foto met Yoram Gaon en het haalde de kranten. Omdat het IVRK een VN verdrag is nodigde ik ook Lietenant General Martin Vadset uit, de Noorse generaal die aan het hoofd stond van de UNTSO (United Nations Truce Supervision Organisation), die de wapenstilstand overzag met bv Syrië overzag. Hij kwam voorrijden met een grote witte auto met UN 1 als nummerbord. Het feit dat Gen. Vadset een beetje buiten zijn mandaat kwam trok geen aandacht. Het was duidelijk ik was groen als gras in dit veld en zelfs door de uitnodiging aan Yoram Gaon werd ik door sommigen aangesproken omdat hij enige jaren geleden met een vrouw een relatie aanknoopte die niet de huwbare leeftijd had. Gelukkig waren velen dat feit vergeten.
In 1991 kwam de International Interdisciplinary Workinggroup on Children’s Rights bijeen in Jerusalem en Haifa (twee dagen in de ene stad en twee dagen inde andere stad). Daar werd ook het intïatief besproken om rechten van het kind meer te verankeren met een nieuw wetenschappelijk tijdschrift. Mijn idee werd opgepikt en we besloten het met de aanwezige experts uit verschillende landen op te richten. De dag tussen de twee steden in werd een dag met excursies. Ik had hemel en aarde bewogen dat een fonds de komst van drie Russen mogelijk zou maken, juist nu het ijzeren gordijn aan het neerkomen was. Zo kwam de directeur van het Lenin Children’s Fund, de hoofdredacteur van het blad Familia en een hoge geestelijke van de Russisch Orthodoxe kerk de Metropolitan van Voronezh en Lipetsk. Maar het was een teleurstelling: ze kamen bij de openingssessie, vroegen meteen om hun per diem en nadat ze dat geld hadden gekregen haalden ze een credit card tevoorschijn en huurden een auto om naar Tel Aviv te gaan (Jeruzalem vonden ze saai) en we zagen ze alleen nog even op een openbare bijeenkomst van de werkgroep op 20 november. Michael Freeman en Gary Melton waren twee van de prominente sprekers die middag.
Op de excursiedag schitterden de Russen door afwezigheid. Een van de bezienswaardigheden die op deze excursiedag en busreis van Jeruzalem naar Haifa (waar de laatste twee dagen van de werkgroep zou plaatsvinden) werd aangedaan was St. Gabriel’s Grieks Orthodoxe Kerk (bekend als Mary’s well), waarmee we de gasten een plezier dachten te doen. Twee Arabische medewerkers van de jeugdreclassering Dr. Sammi Geraisy en Samih Rizeq hadden (omdat in ons gezelschap de Metropilitan van de Russisch Orthodoxe kerk zou zijn) zich op de tijd dat we zouden arriveren opgesteld met de Council van de kerk en hun Bisschop om de groep deskundigen over kinderrechten uit veel verschillende landen welkom te heten. En de eerste vraag was “waar is de Metropolinan?”, maar ik durfde niet te zeggen dat hij waarschijnlijk met de andere twee Russen in de cafés in Te Aviv zat en vroeg Prof.
Adam Lopatka (die de voorzitter was geweest van de Working Group die tussen 1979 en 1988 al de verschillende concepten en amendementen van het IVRK had bediscussieerd in de VN) “Adam jij was in Polen toch ooit de Minister of Religious Affairs?” Ja zei hij. “Kan je niet iets doen, die mensen zijn zo teleurgesteld?” En Adam zei daarop meteen met grote waardigheid dat de Metropolitan teruggeroepen was naar zijn land en dat hij als voormalige Minister van Religieuze Zaken van Polen hoopte dat iedereen zouden bidden voor vrede in de wereld. De gezamenlijke reis met de activiteiten had goede groepssfeer gecreëerd en de avond daarop zouden we besluiten tot de oprichting van het International Journal of Children’s Rights. Een maand na de bijeenkomst van de First international Interdisciplinary Workinggroup on Ideologies of Children’s Rights viel de Sovjet Unie uit elkaar (december 1991). De pogingen om bruggen te slaan naar de Russen konden zich nu richten op deskundigen in mensenrechten en geen ‘aparatsniks’.
De wijdere politieke context heeft steeds een grote rol gespeeld bij hoe rechten van het kind vorm werden gegeven. Het feit dat in 1979 de discussie op gang kwam over een Internationaal Verdrag van de Rechten van het Kind en dat die in 1989 pas werd beëindigd hield in dat de twee kampen (West en Oost) ook met voorstellen kwamen in de V.N. Working Group in Genève die het Verdrag in wording besprak om hun ideologieën naar voren te brengen. Zo kwam de Verenigde Staten in 1985 met het voorstel in het IVRK een artikel op te nemen over “freedom of association an peaceful assembly” (hetgeen later art. 15 van het IVRK werd).
Tussen 1991 hadden wij als kinderrechtenbeweging in Israel die pleitte voor ratificatie van een VN Verdrag en ook het ratificeren van het de Convention on the Civil Aspects of International Child Abduction het niet eenvoudig maar we kregen konden wantrouwen overwinnen en we hadden een window of opportunitry. Ik mocht op de thee bij Lea Rabin, de vrouw van de Premier en we lobbyen Uriel Lynn, de voorzitter van het Constitution, Law and Justice Committee van de Knesset (het Parlement). Deze laatste nodigde mij uit toen de Knesset stemde over ratificeren van het Haagse Verdrag tegen Child Abduction waarvoor wee hadden gelobbyd (en ik herinnerde mij een bijna lege Knesset, maar genoeg leden om het er doorheen te krijgen). We waren optimistisch en ontwikkelden Civil Society Joint Projects, maar het klimaat werd harder nadat Yitzhak Rabin werd vermoord op 4 november 1995. Langzaam maar zeker is van beide kanten het extremisme meer invloedrijk geworden.
Het lijkt misschien een zijpad van de kinderrechten, maar voor mij betekent het dat in vele plaatsen op de wereld het klimaat grimmiger is geworden en kinderen in Nederland toch in een relatief luxe situatie leven omdat het relatief zo veilig is.
Is er nog iets te vieren überhaupt? Volgens UNICEF sterven iedere dag wel 29.000 kinderen onder vijf jaar (21 iedere minuut van de dag) aan ziektes die voorkomen hadden kunnen worden (malaria, diaree, infecties die opkwamen rond de geboorte, longontsteking, gebrek aan zuurstof tijdens de geboorte, e.d.). UNICEF stelt ook dat het aantal kinderen die recent wees werden en daarom erg kwetsbaar werden door HIV/AIDS enorm is opgelopen (UNICEF: “the number of children orphaned and made vulnerable by HIV/AIDS is projected to reach 25 million at the end of the decade, 18 million of them in sub-Saharan Africa”. Happy Universal Children’s Day?