Dr. Bernard Kruithof, Instituut voor Interdisciplinaire Studies, Universiteit van Amsterdam
Jeugdzorg in historisch perspectief
Het bestuderen van het verleden lijkt voor de opvoeders in de praktijk in het algemeen betrekkelijk overbodig. Toch is dat een onjuiste gedachtegang. Zo wees Philip Veerman’s bundel: Internaat of pleeggezin: 200 jaar discussie (Amsterdam, 1981) er al op, dat problemen in de zorg voor kinderen in andere gedaantes steeds opnieuw terugkeren en dat kennis daarvan zeer vruchtbaar is. De bekende kinderbeschermer Mr. A. de Graaf wijst er voor de oorlog op dat ‘hoe meer paedagogische en hygiënische kennis bij de leiding van het kind (niet zonder reden) wordt geëischt, hoe meer kans er is, dat het gezin als paedagogische instelling, dat de meeste ouders als paedagogen in discrediet komen.’ (Feest en strijd. uit de geschriften van Mr. A. de Graaf van de Protestantse Kinderbescherming 1867 – 17 mei- 1937. Amsterdam, 1937, p. 78). Kinderbescherming is een gecompliceerde aangelegenheid, in een heikel spanningsveld – professionals, de overheid, ouders, kinderen, scholen. Verschillende belangen en rechten staan vaak haaks op elkaar, en dat is niet van vandaag of gisteren. Op een aantal episodes uit het verleden van de kinderbescherming zal ik in mijn voordracht nader ingaan.